Sociale robotica in Philadelphia Zorg

Auteur
Naut Duin
Gepubliceerd op
20-11-2019
Categorie
Implementaties | Controle & Monitoring

 

“Om dezelfde kwaliteit zorg te kunnen leveren in de toekomst, moeten we nu veranderen en meebewegen met de ontwikkelingen”, aldus Greet Prins, voorzitter van de Raad van Bestuur van Philadelphia Zorg. Sinds 2016 is Philadelphia Zorg een meerjarenprogramma sociale robotica gestart om te onderzoeken hoe een robot van toegevoegde waarde kan zijn bij de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking. Wat dit betekent verschilt per cliënt en ondersteuningsvraag. Allereerst is gestart met de Pepper Robot genaamd “Phi”. Phi logeert iedere maand twee weken bij een andere cliënt, waar de robot fungeert als emotionele uitlaatklep en helpt o.a. bij een gestructureerd dagritme. De eerste resultaten zijn veelbelovend. De robots stellen de cliënten namelijk in staat om meer regie te hebben over hun eigen leven door bijvoorbeeld te helpen bij het herinneren van bepaalde zaken zonder tussenkomst van een begeleider. De robot is oordeelloos en cliënten geven zelf de sociale waarde van de robot aan. De robot neemt bovendien bepaalde routinematige taken van begeleiders over en creëert daarmee meer ruimte voor persoonlijke aandacht.

Inmiddels heeft Phi bijna 2.000 mensen ontmoet en op zo’n 10 locaties gelogeerd. Sinds 2018 wordt er ook geëxperimenteerd met andere sociale robots, waaronder de iPal robot en de robot Zenbo. “Echter, er komt een heleboel bij kijken om een robot bij iemand te laten logeren”, aldus Xenia Kuiper, programmamanager sociale robotica bij Philadelphia Zorg. Binnen Philadelphia wordt het programma aangestuurd vanuit het robotteam. Het robotteam vormt de schakel tussen begeleiders, cliënten en naasten en samenwerkingspartners. Voor de ontwikkeling en support van de software van de robots werkt Philadelphia namelijk in co-creatie samen met de start-up Robot Ctrl. Uitkomsten van de experimenten worden nauw gemonitord om de inzet van de robots verder te optimaliseren.

Het innovatieprogramma loopt aanvullend op het primaire zorgproces, waardoor er binnen de organisatie de ruimte is gecreëerd om te experimenteren en te starten. Begeleiders en cliënten doen op vrijwillige basis mee aan de ‘logeerpartijtjes’ en worden gevraagd hun intrinsieke motivatie kracht bij te zetten. Er dienen wel nog enkele hordes genomen te worden. Het prijskaartje van de robots speelt een rol in het tempo van de ontwikkelingen. Daarnaast worden nog niet alle functionaliteiten van de robots ten volle benut. Ook spelen er ethische vraagstukken zoals hoe om te gaan met de ‘vriendschappen’ die ontstaan tussen de sociale robot en de cliënt. Om beter te kunnen inspelen op deze vraagstukken vormt Philadelphia een Adviesraad Ethiek van de Mensgerichte Technologie (EMT).

De komende periode experimenteert Philadelphia verder om zo nog meer input van cliënten te verzamelen. De ambitie van Philadelphia is om in 2020 meer dan 100 sociale robots structureel in te zetten bij de begeleiding van cliënten. Greet Prins geeft aan dat ze daarbij de robot zien als een hulpmiddel, aanvullend op het bestaande zorgproces. Daarnaast is Philadelphia in samenwerking met Robot Ctrl gestart met het creëren van een speciaal robotplatform. Het platform laat begeleiders in de toekomst zelf eenvoudig een sociale robot programmeren. Zo kan een begeleider de interacties afstemmen op de persoonlijke behoefte van de cliënt. Dat brengt maatwerk met robots binnen handbereik. De integratie van sociale robots in het reguliere zorgproces komt daarmee weer een stap dichterbij.

 

Philadelphia Zorg

Philadelphia is een zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking met ruim 8.300 cliënten op meer dan 500 locaties. Er werken 6.700 medewerkers die ondersteund worden door circa 5.500 vrijwilligers. Het motto van Philadelphia is “het beste uit jezelf’, iets wat de organisatie ook nastreeft met de inzet van sociale robots.