Molly: De Virtuele verpleegkundige

Auteur
Team Zorg Enablers
Gepubliceerd op
20-11-2019
Categorie
Implementaties | Diagnose

 

Molly is een virtuele verpleegkundige, een zogenaamde ‘zorgavatar’, gespecialiseerd in hartfalenzorg. De avatar is gericht op het monitoren van patiënten en moet hen op een gebruiksvriendelijke wijze begeleiden. Molly vraagt de patiënt hoe het met hem gaat, en instrueert mondeling om het gewicht en bloeddruk te meten met de bijgeleverde digitale weegschaal en bloeddrukmeter. Na de metingen geeft ze de patiënt uitslag over de resultaten en advies over eventueel te nemen acties. Het systeem werkt via een app op de mobiel of tablet.

Ruim 10 jaar geleden verkende het Hart & Vaat Centrum van het UMC+ in Maastricht (MUMC+) al toepassingen op het gebied van telebegeleiding bij hartfalenpatiënten. In samenwerking met Sananet werd in 2014 een online telemonitoring tool ontwikkeld, genaamd MijnHartfalenCoach. MijnHartfalenCoach helpt gebruikers om hun eigen gezondheidssituatie in de gaten te houden. Tegelijkertijd ontwikkelde de Amerikaanse firma Sense.ly
de chatbot Molly. Met Molly sleepten ze de eerste prijs in de wacht tijdens een wedstrijd voor telemonitoring applicaties, waarna ze de chatbot buiten de Verenigde Staten mochten testen. Hiertoe werd contact opgenomen met het MUMC+ vanwege hun ervaring met telemonitoring bij hartfalenpatiënten. “Molly had nog niet veel ‘hersenen’ en moest worden getraind. Wij misten daarentegen een goede manier om te communiceren met de patiënten. Zodoende werd de interface van Molly gecombineerd met de inhoud van MijnHartfalenCoach”, aldus prof. dr. Hans-Peter Brunner-La Rocca, cardioloog bij het MUMC+.

Inmiddels is Molly in een pilot getest waaruit bleek dat deze vorm van zorg effectief is: het aantal ziekenhuisbezoeken is verminderd en patiënten voelen zich op hun gemak. “Het is belangrijk dat de technologie wordt ingezet als een hulpmiddel om een duidelijk doel te bereiken, en niet als doel op zichzelf”, zo geeft dr. Josiane Boyne, onderzoeker en coördinator Hartfalenzorg bij het MUMC+, aan. Soms moet je daartoe ook een stap terug nemen om de interventie én het proces eromheen goed te kunnen beoordelen. De verandering gebeurt immers niet vanzelf en in de kliniek kunnen dingen anders uitpakken dan hoe de theorie het beschrijft. Innovaties dienen niet zomaar bovenop het reguliere zorgproces geïntegreerd te worden, maar er moet ruimte gecreëerd worden om te innoveren en te leren van gemaakte fouten.

Naar de toekomst toe zal Molly nog veel meer in de richting van zelfzorg gaan, waarin de patiënt meer regie krijgt over zijn of haar eigen gezondheid. Een nieuwe versie van de virtuele verpleegkundige moet veel meer kunnen, zoals het verstrekken van behandeladvies, het stellen van diagnoses en het voorschrijven van medicatie. Ze moet zelflerend zijn en zich aan kunnen passen aan situaties. Daarnaast moet de toepassing ook gebruiksvriendelijk en stimulerend zijn voor iedere doelgroep, ongeacht opleidingsniveau, leeftijd of geslacht. “De applicatie kan naast hartfalenzorg, ook voor andere doelgroepen van toegevoegde waarde zijn”, zo vertelt Brunner-La Rocca.

Recentelijk ontving het MUMC+ een grote Europese subsidie voor verdere ontwikkeling van de toepassing. Bij deze vervolgstappen wordt structureel het gesprek gevoerd met de patiënten over hun behoeften. Daarnaast worden medewerkers en andere zorgprofessionals zorgvuldig meegenomen in de ontwikkelingen om de betrokkenheid te waarborgen. Boyne geeft aan: “We hebben niet alleen aandacht voor de technische aspecten van de toepassing, maar ook voor het menselijke aspect”.  Ook dient er bij implementatie aandacht uit te gaan naar het systeem. Momenteel denkt men nog te veel in (data)silo’s, terwijl het combineren van verschillende datasets veel mogelijkheden bieden voor het verbeteren van de zorg.

 

Maastricht UMC+

Het MUMC+ is één van de acht universitair medische centra in Nederland met 715 bedden, circa 7.000 medewerkers en 4.000 studenten. Het centrum onderscheidt zich (inter)nationaal door de focus op preventie. Hart- en vaatziekten is één van de speerpuntgebieden van het centrum.