Een grotere inzet van robotchirurgie vereist een deltaplan

Auteur
Prof. Dr. Jelle Ruurda
Gepubliceerd op
15-11-2020
Categorie
Columns

 

Er is in de afgelopen twintig jaar veel veranderd op het gebied van robotchirurgie. Robots zijn de laatste jaren een stuk beter geworden én met de robots doen we tegenwoordig operaties die we zonder robot niet zouden kunnen uitvoeren. Nederland telt inmiddels vijfendertig operatierobots, verspreid over dertig ziekenhuizen. Het UMCU Utrecht beschikt zelf over twee van deze robots en er staan er in totaal vijf in de ziekenhuizen die met het UMC Utrecht in RAKU-verband samenwerken. De markt voor operatierobots is booming!

Operatierobots als optimaal verlengstuk van de chirurg

Opereren met een robot biedt veel voordelen. Met de robot kan de chirurg minuscule bewegingen uitvoeren doordat bewegingen van de specialist in real-time maar verkleind uitgevoerd worden. Ook heeft het een driedimensionaal, vergroot beeld en instrumenten met gewrichten die kunnen roteren. Chirurgen kunnen hierdoor nauwkeuriger werken. Robots worden binnen het UMCU inmiddels bij veel verschillende operaties ingezet zoals bij slokdarm- en maagkanker, schildklierkanker, gynaecologische kanker, lever- en blaastumoren, en zelfs ook voor hartchirurgie.

De computer speelt in de toekomst een grotere rol

De ontwikkelingen op het gebied van robotchirurgie gaan snel en de toegevoegde waarde van een operatierobot wordt ook steeds meer wetenschappelijk bewezen. Het is een groot voordeel van de operatierobot dat er een computer tussen de chirurg en de patiënt staat. Hierdoor is het bijvoorbeeld mogelijk om preoperatieve MRI- of CT-beelden te integreren met live beelden van de operatie. Deze afbeeldingen kunnen bijdragen aan de herkenning van anatomische structuren en de identificatie van wat tijdens de operatie moet worden verwijderd. Ook wordt verwacht dat kunstmatige intelligentie de komende jaren een grotere rol gaat spelen bij robotchirurgie. Patroonherkenning tijdens operaties leidt tot een beter begrip van menselijk handelen en kan complicaties tijdens operaties wellicht voorkomen.

 


“Ik kan me voorstellen dat die robot straks zegt: ‘let op, jij wil hier linksaf, maar de meesten gaan in vergelijkbare situaties rechtsaf en behalen betere resultaten.”


 

Met het verzamelen en delen van meer en meer operatiegegevens wereldwijd, zullen deze algoritmen ook steeds beter gaan functioneren. Of patiënten ervoor open staan om geopereerd te worden door een operatierobot? Die zullen niet zeggen: ‘Ik wil dat jij alleen maar met je handen opereert, zonder enige ondersteuning.’

Een gunstige kosten-batenverhouding van de operatierobot is essentieel voor grootschalige adaptatie

Naast de mogelijkheden voor innovatie is het ook erg belangrijk om te kijken naar de kosteneffectiviteit van robotchirurgie. De technologie kan alleen duurzaam worden gebruikt als de kosten in verhouding staan tot de toegevoegde waarde. De aanschaf- en onderhoudskosten zijn nu nog erg hoog. Dit is mede gegeven het feit dat er tot nu toe slechts één aanbieder was: Intuitive Surgical met de Da Vinci Robot. Mijn verwachting is dat er volgend jaar al vier of vijf aanbieders bijkomen en de komende jaren zullen dat er tientallen zijn. De kosten-batenverhouding zal hierdoor in de toekomst gunstig veranderen. Daarnaast komen er ook eenvoudigere robots op de markt, die één specifieke taak zullen gaan uitvoeren.

Voor grootschalige adaptatie is het essentieel om, naast goed uitgewerkte en ondersteunde implementatieprocessen, al tijdens de ontwikkeling van technologie evaluatiemomenten in te bouwen en de optimale inzet te onderzoeken. Soms is een nieuwe technologie immers alleen kostenbesparend als die in plaats komt van de oude techniek. Gaat de implementatie niet goed, dan gebruiken zorginstellingen twee technieken naast elkaar en zijn ze juist duurder uit.

Toekomstigchirurgen zijn beter opgeleid, maar ook nadrukkelijker betrokken bij de ontwikkeling

Voor toekomstige chirurgen, evenals voor operatieassistenten, verpleegkundigen en onderzoekers, is een opleiding in robotchirurgie onmisbaar. Ook het onderwijs in robotchirurgie moet meegroeien en chirurgen eerder opleiden in opereren met een robot bij verschillende aandoeningen. En dit gebeurt ook steeds meer. Zo organiseren we met de Nederlandse werkgroep robotchirurgie congressen en trainingen om zo kennis te delen en zorg voor patiënten te verbeteren.

Daarnaast is het noodzakelijk dat chirurgen, de uiteindelijke gebruikers, eerder betrokken gaan worden bij de ontwikkeling van dergelijke robots. We worden wel uitgenodigd voor testdagen en hebben de gelegenheid om feedback te geven, maar het zijn nog veelal enkel technici die de technologie bedenken en ontwikkelen. Ik doe dan ook de oproep om eindgebruikers intensiever te betrekken bij de ontwikkeling van technologie om zo de implementatie te versnellen.

Een deltaplan leidt tot effectievere inzet van operatierobots

Over tien jaar verwacht ik dat iedere operatiekamer een operatierobot kent. Robotchirurgie, in al zijn verschijningsvormen, zal erkend worden als basisvoorwaarde om een operatie goed uit te voeren. Dit vergt natuurlijk wel grote investeringen, maar samenwerken biedt hierin een uitkomst. Ziekenhuizen door het hele land moeten de krachten bundelen in een deltaplan. Naast dat er kennis en expertise gedeeld wordt, kunnen ook operatiecapaciteiten gebundeld worden met als doel wachtlijsten te verkorten en kosten te drukken. Zonder verlies van kwaliteit van zorg uiteraard. Uiteindelijk hoeft niet ieder ziekenhuis te beschikken over alle mogelijke robots, maar kunnen er specialistische centra ontstaan. Naast dat ziekenhuizen hierin moeten samenwerken, vergt dit ook nadrukkelijke betrokkenheid van andere partijen zoals de overheid, zorgverzekeraars en onderzoeksinstituten. Innovatie in de zorg kan immers niemand alleen. Het vergt een goed gecoördineerde multidisciplinaire aanpak, waarin je ook de doelgroep betrekt. Gedeeld begrip, dezelfde taal en een gemeenschappelijke visie zijn van groot belang!

 

Prof. Dr. Jelle Ruurda

Prof. Dr. Jelle Ruurda is werkzaam als gastro-intestinaal en oncologisch chirurg in het UMC Utrecht. Na zijn studie geneeskunde in Amsterdam, was hij in 2003 de eerste persoon ter wereld die promoveerde op robotchirurgie na een promotietraject aan het UMC Utrecht. Vervolgens ging hij als chirurg (in opleiding) aan de slag in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch en het UMC Utrecht. In 2019 werd hij benoemd tot hoogleraar minimale invasieve robot geassisteerde chirurgie.