Dat ik nou niet bepaald een durfal was en weinig initiatief toonde, dat wist ik wel. Dan heb ik het met name over het gebruik van technologie. Laat staan vernieuwende, met de tijd meegaande technologie. Ook toen computers in de burgermaatschappij begonnen te integreren, bleef ik achteraan in de rij staan. Echter, enig probleem was dat nooit. Zeker niet voor mijzelf. Ik had immers weer andere kwaliteiten. Neem het realiseren van mijn afstudeerscriptie (Pabo, 1993). Van een bekende mocht ik een digitaal bakbeest lenen. Hij vond, destijds al, dat ik door het gebruik van pen en papier behoorlijk beperkt was. Eenmaal overtuigd van het gemak heb ik toen binnen een jaar zelf ook maar een computer aangeschaft. Al was ik daar trots op, aan belangstelling en lef ontbrak het bij mij volledig.
Noodgedwongen digitaal
Het waren medische omstandigheden die mij de digitale wereld induwden. Sterker nog, het was mijn ziekte die mij tot een ICT-leerkracht maakte. Een soort van dan. In 1999 kreeg ik de diagnose Multiple Sclerose (MS). Sinds een aantal jaren werkte ik in het voortgezet speciaal onderwijs en ook na de diagnose hield ik het vol, tot ik mij in juni 2003 gewonnen moest geven. En nu? Gelukkig werd mij door mijn directie een nieuwe functie aangeboden. Ik? Met computers? Op mijn manier kan ik er dus over meepraten dat ICT en gezondheid, of eigenlijk moet ik het tegenwoordig hierbij over eHealth hebben, anno nu bijna onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Trouwens, het is natuurlijk maar hoe je het bekijkt. Ziek is ziek en daar is niets digitaals aan. Tenzij er robotmensen bestaan.
Hoewel ik aanvankelijk een flinke inhaalslag heb kunnen maken, heb ik de werkelijke, razendsnelle technologische revolutie niet meer kunnen bijbenen. Smartphone, tablet? Heb ik nog nooit in mijn handen gehad. Appen of swipen heb ik ook nog nooit gedaan. Al met al heb ik daar nog vijf jaren gewerkt tot ik volledig arbeidsongeschikt werd. Ondertussen zijn mijn ziekte en ik ruim 10 jaren verder en hebben we ons allebei in een stijgende lijn ontwikkeld. Fysiek gezien kan ik helemaal niks meer, behalve volledig afhankelijk zijn van zorg en elektrische rolstoel. Daarentegen, mentaal voel ik mij sterker dan ooit. Mijn tweede leven noem ik het maar. Door volledige arbeidsongeschiktheid, lichamelijke achteruitgang en een scheiding heb ik mijn leven opnieuw moeten leren leven. Al zeg ik het zelf, dit is mij tot nu toe goed afgegaan. Ik denk dat ik een zinvolle invulling aan mijn bestaan kan geven. Het acceptatieproces van mijn situatie is behoorlijk vordende. Onderwijl stel ik mijzelf de vraag of dit proces überhaupt ooit voltooid zal zijn.
Technologie vormt inmiddels de basis van mijn bestaan
Noodgedwongen moet ik ook steeds meer de technologie toelaten in mijn bestaan. Het beheerst mijn leven, eigenlijk letterlijk. Wat ik in mijn vorige leven nooit had kunnen denken, mijn laptop vormt nu de basis van mijn bestaan, want na het koffiezetapparaat wordt ‘s ochtends mijn computer als tweede aangezet. Mijn ziel, mijn eigenheid, staat daar uiteraard nog altijd boven, maar de kwaliteit van mijn leven heb ik niet meer volledig zelf een hand. In schrijven heb ik mijn passie gevonden. Middels een spraakherkenningsprogramma vertrouw ik mijn gedachten en creativiteit aan het beeldscherm toe. Maar het is meer. Eigenlijk voor alles gebruik ik tegenwoordig mijn computer. Natuurlijk gaat er niets boven het intermenselijk contact, maar omdat mijn stem het ook steeds meer laat afweten, ben ik vaker aangewezen op de digitale postbode.
Het leven is niet meer vanzelfsprekend. Ook al gaat er niets boven face-to-face, even contact leggen, iemand ontmoeten is voor mij makkelijker gezegd dan gedaan. Ik kan via mijn rolstoel handsfree bellen, maar ik ben steeds moeilijker te verstaan. Daarom is het digitaal contact hebben dé uitkomst voor mij. De microfoon naast mijn computer doet wonderen. Voor het versturen van good-old e-mails, maar ook voor bijvoorbeeld chatten met helpdesks van bijvoorbeeld mijn zorgverzekeraar. Daarnaast maken technologische snufjes in en om mijn woning, zoals elektronische deuren en slimme verlichting, het voor mij mogelijk om te leven zoals ik dat graag zou willen.
Datasets bieden kansen voor efficiëntere zorg
Zelf maak ik graag gebruik van het online patiëntenportaal voor het maken van afspraken bij de huisarts of het bestellen van medicatie. Ook andere informatie over mezelf wordt hierin bijgehouden. Al is het is helaas nog niet altijd mogelijk dat ook anderen de informatie uit het ziekenhuis of aantekeningen van de huisarts of assistente kunnen inzien. In mijn beleving kan er nog slimmer om worden gegaan met dit soort, groeiende, datasets in de gezondheidszorg. Dubbele handelingen kunnen worden voorkomen en samen maken we de zorg zo ook efficiënter. Hierin stel ik goede zorg ook boven eventuele privacyrisico’s.
Op de afgelopen jaren terugkijkend zie ik het in mijn leven komen van diverse technologieën zoals het spraakherkenningsprogramma als een zeer belangrijk onderdeel van het gehele acceptatieproces wat ik de afgelopen jaren heb moeten ondergaan. Door de ICT blijf ik mentaal gezond. Dat is toch ook een soort eHealth?.