Never waste a good crisis: tijd voor reflectie en overwegingen

Auteur
Maarten van Rixtel
Gepubliceerd op
15-11-2020
Categorie
Columns

 

‘Wat houdt in mijn ogen de digitale zorgtransformatie in en wat betekent dit voor de ouderenzorg? Wat zijn mijn ervaringen in de laatste jaren bij Sensire en verwachtingen voor aankomende jaren? Wat betekent de digitalisering voor de rol van de zorgprofessional en van een zorgorganisatie? En hoe adopteren en implementeren we technologische innovaties zo goed mogelijk in de praktijk naar de toekomst toe?’

Dit waren enkele van de initiële vragen voor het schrijven van deze column. Vragen die kort voor het uitbreken van de corona crisis gesteld werden. Nu, bij het schrijven van deze column, woedt de crisis nog in alle hevigheid. Net als de discussie of de ‘boost’ die de crisis geeft aan het gebruik van verschillende digitale toepassingen van tijdelijke of blijvende aard is. ‘Never waste a good crisis’ is een veel gebezigd gezegde in deze tijd. Tijd voor wat reflectie en overwegingen.

Nieuwe paradigma’s in een digitale wereld

In 2014 maakte zorgorganisatie Sensire de strategische keuze op zoek te gaan naar een nieuw bedrijfsmodel. We kwamen tot de conclusie dat het huidige model, alle zorg fysiek en met een financiering per activiteit, in de context van demografische ontwikkelingen en de arbeidsmarkt, niet duurzaam is. Maar ook dat het verbeteren van ons huidige bedrijfsmodel geen zin heeft. We gingen op zoek naar nieuwe paradigma’s om Sensire opnieuw uit te vinden. Die vonden we in drie begrippen: professionele autonomie, digitaal en toegevoegde waarde.

Consequenties van deze nieuwe paradigma’s zijn dat we een organisatie aan het bouwen zijn gebaseerd op een fundamenteel andere basis. Een basis waarin de professional in haar meesterschap wordt gewaardeerd en waarin de organisatie deze professional maximaal (digitaal) dient te ondersteunen. Daarmee verschuift de missie van de organisatie Sensire van ‘zorgaanbieder’ naar ‘de beste ondersteuner van zorgprofessionals’. Een transformatieopgave die tegelijkertijd plaatsvindt in een wereld waarin een aantal ontwikkelingen in de (ouderen)zorg waar te nemen zijn:

  1. Mensen in Nederland worden thuis ouder. Zo is sinds 1980 het aantal verpleeghuisbedden gehalveerd en woont 95% van de 65-plussers thuis
  2.  De overheid faciliteert en verbindt. We bewegen van een verzorgingsstaat via marktwerking naar waardecreatie
  3. De ouderenzorg wordt steeds meer een consumentenmarkt. We zien een verschuiving van cliënt naar verzekerde consument naar kiezende burger. De klant zit steeds meer in de cockpit en is, samen met zijn of haar sociaal netwerk, uitgangspunt van denken en handelen. De klant is een geïnformeerde gebruiker en gebruikt een persoonlijke gezondheidsomgeving als cockpit van het (gezondheids)leven
  4. De rol van de zorgprofessional verandert door nieuwe concepten van gezondheid, organiseren en arbeidsverhoudingen;
  5. Technologie (= alles is ICT) wordt steeds belangrijker in organisatie, communicatie én zorgverlening;
  6. In co-creatie wordt kennis op maat ontwikkeld en gedeeld in netwerken van patiënten, professionals en organisaties.

De ontwikkelingen vinden allen plaats in een nieuwe wereld, de digitale wereld. Een wereld die haar eigen wetmatigheden kent. Zo wordt organiseren veel belangrijker dan organisaties. En kijkt men veel meer van buiten naar binnen: van organisatie-gecentreerd naar gebruiker-gecentreerd. De professional staat niet meer ten dienste van de organisatie, maar de organisatie ten dienste van de relatie professional–klant. En het streven van de zorg is niet meer gericht op productie, maar op het zoeken naar toegevoegde waarde voor klant én maatschappij.

Ook deze zoektocht wordt binnen Sensire ondernomen, maar kan nooit in isolement plaatsvinden. Er is in een digitale wereld immers geen binnen en buiten de organisatie meer. Daarmee wordt nauwe samenwerking in de regio een cruciaal element in de ontwikkeling van Sensire als organisatie, maar ook van de zorg. Via het transmuraal beraad en het informatieberaad Achterhoek proberen we elkaar te informeren, kennis met elkaar op te doen en samen thema’s op te pakken die juist in samenwerking gerealiseerd kunnen worden. Met een breed pallet van collega zorgorganisaties en Menzis als dominante verzekeraar in de regio. Met de metafoor van de ‘gezondheidstoren’ als perspectief, werken we aan een digitale zorgregio met inzet van VIPP, OPEN en InZicht regeling.

Een houdbare digitale beweging vraagt om een fundamentele transformatie

En daar was corona plotsklaps ook in de Achterhoek en staat de hele zorg, in de regio én landelijk, op zijn kop. De ‘intelligente lockdown’ veroorzaakt massaal gebruik van videoplatforms, de inzet van ‘corona-apps’, alsmede de inzet van een portaal voor het landelijk delen van gegevens van corona patiënten. Toezichthouders seponeren hinderende regels, een eerste consult hoeft niet meer face-to-face plaats te vinden en ga zo maar door. Ontregel de zorg in optima forma. En in een paar weken tijd lijkt de transformatie van ‘doing digital’ naar ‘being digital’ te zijn gerealiseerd. Maar hoe houdbaar is dit alles? Sensire werkt immers al jaren aan haar transformatieopgave naar professioneel meesterschap, een digitaal bedrijf worden en de beste ondersteuner zijn van zorgprofessionals. Maar betekent dit nog wat anders dan meer ‘beeldbellen’, een ‘app gebruiken’ en een ‘nieuw landelijk portaal’?

Ten eerste de basis: professioneel meesterschap. Hiernaar zijn we binnen Sensire al enkele jaren onderweg. We hebben inmiddels een Sensire richtlijn, normenkader en Professioneel Statuut. In het Professioneel Statuut is vastgelegd hoe de verhouding tussen professional en bestuur is kijkend naar verantwoordelijkheden. De bestuurder gaat daarmee niet meer over de professionele afwegingen in de individuele relatie tussen klant en professional. En de professional erkent dat deze individuele relatie in een context van vele zorgvragen en maatschappelijke bewegingen plaatsvindt. We zien inmiddels aan de resultaten van zorg dat de kwaliteit van het klinisch redeneren toeneemt en daarmee de effectiviteit van het verpleegkundig proces en handelen. Voor wat betreft de noodzakelijke digitale transformatie vraagt dit nog een verdere ontwikkeling. ‘Digital first’ zal een intrinsiek onderdeel (moeten) worden van het hele professionele handelingsrepertoire. Dat betekent tevens dat in het vakinhoudelijke domein de verpleegkundige informatiekunde als kenniswerker wordt geborgd ter ondersteuning van verpleegkundigen. Sensire doet dat op tactisch niveau met verpleegkundige informatiekundigen en op strategisch niveau met een chief nursing information office. Sensire faciliteert ook haar zorgprofessionals met ‘professionele omgevingen’ (digitale dossiers) die de beste ondersteuning bieden aan het uitvoeren van het professioneel meesterschap. Voor de bestuurder betekent dit dat hij of zij een ontwikkeling moet begeleiden vanuit een begrip als ‘loslaten’. Maar gelijktijdig moet dit ‘loslaten’ resulteren in een andere verankering. Onzekerheid is een belangrijk thema voor de bestuurder om zichzelf mee te confronteren. Essentieel voor innovatie is dat het het eigenaarschap van de innovatie-ontwikkeling ligt bij de professionals zelf.

Ten tweede: Sensire als digitaal bedrijf. Het bedrijfsmodel zorgorganisaties, en dus ook van Sensire, is in het licht van de digitale transformatie en de opkomst van de platform economie niet langer houdbaar. Het ‘klassieke paradigma’ dat ICT in de zorg leidt tot substitutie van arbeid (efficiency) en verbetering van zorg (effectiviteit) is onvoldoende. Digitalisering moet leiden tot een fundamentele omkering van zorgprocessen en Sensire zal zelf moeten transformeren tot een faciliterende digitale infrastructuur waarin je niet enkel van 9 tot 5 bereikbaar bent. Sensire is daarmee op weg naar een schaalbaar digitaal platform voor triage, advies, matching en datagedreven leren. Een platform dat door maximale toegankelijkheid, keuzevrijheid en relevantie, tot slot, de beste ondersteuning aan zorgprofessionals en klanten zal bieden. Sensire transformeert daartoe haar hele digitale landschap. Van basisinfrastructuur (internet only, zero trusted, software defined networking), via grenzeloos samenwerken (identity management, public cloud technology stack (Google), open standaarden en interoperability) naar werkplekken en applicaties-as-a-service. Alle ICT-dienstverlening wordt afgenomen als een beheerde dienst met een resultaatafspraak gebaseerd op zorg- en organisatiedoelen. Zo heeft Sensire ook haar eHealthactiviteiten ondergebracht in een andere organisatie, NAAST.

Kortom, ‘Never waste a good crisis’, gebruik haar voor echt anders kijken, denken en doen. Indien dit niet gebeurt, veroorzaakt de explosie aan door de ’intelligente lockdown’ getriggerde toepassingen hooguit: NT + OO = VDOO. Oftewel Nieuwe Technologie in een Oude Organisatie = Verdomd Dure Oude Organisatie. De houdbaarheid van de digitale beweging die in deze corona crisis waar te nemen is, wordt enkel duurzaam wanneer deze verankerd is in een fundamenteel besef van bestuurder én professional dat het gaat om re-institutionalisering en re-professionalisering. Het vraag een strategische verankering in de organisatie én de regio.

 

Maarten van Rixtel

Maarten van Rixtel is sinds 2009 bestuurder van zorgorganisatie Sensire en is ervan overtuigd dat technologie een doorslaggevende rol zal spelen in de ontwikkeling van de zorg, het teruggeven van de regie over het eigen leven aan de klant en daarmee aan het geluk van Sensire’s klanten. Sensire levert wijkverpleging, zorg en wonen en biedt (hoog)complexe zorg via een groot aantal gespecialiseerde diensten in de Achterhoek en de Liemers. De activiteiten voor ‘zorg op afstand’ heeft Sensire verzelfstandigd in het medisch service centrum NAAST, dat in heel Nederland opereert en met name in de zorg thuis voor ondersteuning zorgt die de zorg niet alleen efficiënter, maar ook fijner maakt.