Operatierobots worden in steeds meer ziekenhuizen gebruikt. In nauwe samenwerking tussen plastisch chirurgen van het Maastricht UMC+ (MUMC+) en technici van TU Eindhoven (TUe) en van spin-off bedrijf Microsure is de eerste robot voor microchirurgie ter wereld ontwikkeld. Deze robot, ‘MUSA’ gedoopt, bestaat uit een set door chirurgen bestuurde robothanden. Daarnaast filtert de robot trillingen van de menselijke hand weg. De robot maakt zo microchirurgische ingrepen beter uitvoerbaar en nieuwe interventies mogelijk. “Onder microchirurgie vallen eigenlijk alle chirurgische ingrepen waarbij een microscoop vereist is. De techniek is steeds verfijnder en creërt steeds minder schade. Zo is er zelfs supermicrochirurgie ontstaan, waarbij bloed- en lymfevaten aan elkaar worden gehecht. Waar het in eerste instantie een vrij exclusief specialisme was, zorgt MUSA ervoor dat het voor steeds meer chirurgen toegankelijk is om hoogwaardige microscopische ingrepen te doen,” aldus Tom van Mulken, plastisch chirurg en medeoprichter Microsure.
Er is steeds meer mogelijk met microchirurgie, maar dan moeten wel de juiste middelen beschikbaar zijn. Van Mulken: “Het basisidee is dat als een chirurg zijn of haar ogen al zoveel moet versterken om op microschaal te kunnen opereren, dan moeten de handen ook op vergelijkbare schaal versterkt kunnen worden. Als je erover nadenkt is het heel logisch om microchirurgie te doen met een stabiele robot.” De ontwikkeling van MUSA startte in 2007 in samenwerking met Raimondo Cau, student aan de Technische Universiteit Eindhoven, en van Mulken. De combinatie van technische én medische kennis bracht het project in een stroomversnelling.
Aan de hand van subsidiegelden werd toegewerkt naar een eerste prototype, waarmee in 2016 ook het spin-off bedrijf Microsure opgericht. De generatie 1 en 2 prototypes werden uitvoerig wetenschappelijk onderzocht binnen het MUMC+. Vanuit een heldere en gedragen lange termijnvisie en strategie werd langzaamaan een wetenschappelijk fundament gecreëerd om over te gaan op humane experimenten. In 2017 werden de eerste patiënten succesvol met de robot behandeld in het MUMC+[1]. Vanuit de lange termijn visie werd door de organisaties de ruimte gecreëerd om te experimenteren en de prototypes door te ontwikkelen. Een bewuste keuze, aangezien men vaak het risico loopt om te snel naar buiten te treden met beloftes die niet waar te maken zijn. Daarnaast konden de juiste mensen ingezet worden om de eerste fase succesvol te laten verlopen, waarbij er veel aandacht uitging naar het creëren van draagvlak. “Dit is alleen te bereiken als je gezamenlijk succes kan boeken. Zo is er altijd geprobeerd om iedereen mee te laten profiteren en erkenning te geven,” aldus Van Mulken. De ontwikkeling van MUSA volgt een technology-pull strategie, waarmee de operatierobot niet meteen met alle meest geavanceerde gadgets wordt verrijkt, maar enkel het noodzakelijke. En wordt er gebruik maakt van instrumenten die hergebruikt kunnen worden, om zo de kosten te drukken.
Voorheen acteerde MUSA nog enkel in studieverband, maar inmiddels is de operatierobot in het bezit van een CE-certificering waarmee de operatierobot officieel in de markt mag worden aangeboden. En met nieuwe investeringsgelden van een recentelijk afgeronde tweede investeringsronde wordt hard gewerkt aan de verdere industrialisatie van MUSA. Daarbij geven ze microchirurgen de gelegenheid het werken met dit precisie-instrument zelf te ervaren en andere type operaties uit te voeren. Ze richten zich daarbij allereerst op Nederland, Duitsland, België en de Scandinavische landen. Met MUSA moet het mogelijk worden om patiënten beter te behandelen en om méér mensen deze specialistische zorg te bieden.
Referenties
- Van Mulken T.J.M. et al. First-in-human robotic supermicrosurgery using a dedicated microsurgical robot for treating breast cancer-related lymphedema: a randomized pilot trial. Nature communications. 2020.