Mensgerichte zorg met virtual reality en augmented reality

Auteur
Dr. John Mattison
Gepubliceerd op
23-11-2018
Categorie
Columns

 

Ik wil hier beginnen met een aangepaste versie van een citaat van William Gibson: “De toekomst is hier, zij is alleen niet evenredig verdeeld (niet evenredig over de verschillende technologieën en mogelijkheden geconvergeerd, en niet evenredig op het individu toegespitst)”. Kijken wij naar de technologieën die momenteel al beschikbaar zijn en die in geïsoleerde situaties worden geïmplementeerd, dan zijn er ongekende mogelijkheden. Wij zijn nu echter op een punt aangekomen waar technologieën wel al beschikbaar zijn, maar nog niet op grote schaal worden toegepast.

Vrijwel iedereen is het erover eens dat de gezondheidszorg en het onderwijs het meeste gebaat zijn bij grootschalige disruptie. Met betrekking tot technologie bieden veranderingen op het punt van educatie het meeste perspectief, niet alleen van zorgverleners maar ook van zorggebruikers. De grootste disruptie zal waarschijnlijk in de lijn liggen van uitvindingen zoals de computer, het internet, de smartphone, de appstore en het digitale sociale netwerk. Ik geloof dat de volgende stap in die serie virtual reality (VR) en augmented reality (AR) is.

Virtual reality en augmented reality als massive disruptors in gezondheidszorg en onderwijs

Hoe wij leren is grotendeels gebaseerd op de manier waarop onze hersenen alle informatie (visueel, auditief, geïntegreerd en empirisch) verwerken die via onze zintuigen binnenkomen. Het creëren van gepersonaliseerde toepassingen die de volledige capaciteit van het menselijke brein daadwerkelijk kunnen benutten is duur. Met VR daarentegen, kunnen wij met een relatief goedkoop apparaat individuele toepassingen maken die het leerproces versnellen. Daarbij laten de eerste generatie chatbots, zoals Siri, zien dat het mogelijk is om spraakinteractie in de leerervaring te introduceren. Het huwelijk tussen stemgestuurde en visuele interactiviteit van VR en AR zal ook de grenzen tussen de fysieke en virtuele realiteit doen vervagen.

De techniek is veelbelovend. Uit onderzoeken is gebleken dat met de inzet van VR en het aanspreken van alle menselijke zintuigen, de productie van specifieke neurotransmitters wordt verhoogd. Deze neurotransmitters geven ons een gevoel van blijdschap of geluk en dit heeft weer een positieve invloed op de snelheid waarmee we leren. Er zijn al concrete bewijzen dat, ten opzichte van andere leermogelijkheden, het leerproces met een factor 2,4 kan worden versneld wanneer wij doelbewust VR-toepassingen afstemmen op het genereren van de neurotransmitters die ons een geluksgevoel geven. We kunnen dus niet alleen op grote schaal de manier van leren aanpassen aan de wensen, doelen en behoeften van de individuele gebruiker, maar we kunnen ook het leerproces versnellen. VR en AR zullen dan ook een grote rol gaan spelen in de toekomst van educatie en voorlichting.

De fysieke transfer zal ons empathisch vermogen versterken

Een van de ontwikkelingen waar ik op dit moment razend enthousiast over ben, vindt plaats in het Virtual Human Interaction Lab van Stanford University, in de Verenigde Staten. Daar is men bezig met iets wat ze “fysieke transfer” noemen. Eerst laten ze je virtueel je eigen fysieke en digitale aanwezigheid ervaren, passend bij de werkelijkheid. Vervolgens verplaatsen ze het digitale beeld buiten je fysieke aanwezigheid. Hierdoor sta je letterlijk op een afstandje naar jezelf te kijken, terwijl je virtuele zelf exact hetzelfde doet als je fysieke zelf. Dat is op zich al intrigerend, maar het wordt nog interessanter als we kijken naar bijvoorbeeld de verschillende vooroordelen die we hiermee onbewust hebben.

In de huidige zorg is namelijk empathie een factor die wordt vergeten of ontbreekt. In plaats van dat we zeggen “ik weet wat u nodig heeft want dat staat hier in mijn systeem”, moeten we terug naar een situatie waarin we de patiënt daadwerkelijk begrijpen en vragen stellen zoals “Waar woont u? Welke klachten heeft u? Hoe komt het dat u zich niet houdt aan de voorgeschreven behandeling voor uw diabetes; begrijpt u de behandeling niet of voelt u zich depressief? En als u zich depressief voelt, hoe komt dat dan? Komt dit omdat u verdrietig bent omdat uw zoon aan de drugs is, uw puberdochter zwanger is of omdat uw man u net heeft verlaten? Wat is er aan de hand?” We moeten het meer vanuit de persoon zelf gaan bekijken en we moeten weer leren ons empathisch op te stellen. Voordat we iemands depressie of diabetes kunnen behandelen, moeten we als zorgverlener begrijpen waar de patiënt zich het meest zorgen over maakt. De fysieke transfer is een van de ontwikkelingen die we kunnen inzetten om ons empathisch vermogen aan te spreken en te versterken. Je houdt dus je eigen identiteit terwijl je naar jezelf kijkt. Vervolgens kun je je uiterlijk veranderen. Uit de Implicit Association Test (IAT) hebben we immers geleerd dat de inschattingen die we maken vaak gebaseerd zijn op onbewuste associaties. We kunnen je geslacht, lengte, gewicht en etnische achtergrond veranderen en opeens kijk je naar jezelf in de schoenen van een ander. VR maakt dit mogelijk. Voor een groot deel is de sociale onrechtvaardigheid en ongelijkheid in de gezondheidszorg in onder andere landen als de VS te verklaren door vooroordelen en voorkeuren.

Deze vooroordelen en voorkeuren kunnen grotendeels worden toegeschreven aan ons onvermogen om ons daadwerkelijk in de ander te verplaatsen. En nu is er een technologie waarmee we dat wel kunnen. We kunnen degenen die vooroordelen hebben over obesitas, geslacht of ras confronteren met hun vooroordeel. Met behulp van fysieke transfer laten we ze ervaren hoe dit is. Of het mogelijk is om deze toepassing van VR om te zetten naar de echte wereld weten we nog niet. Daar zijn nog geen gegevens over. Maar op basis van de huidige kennis durf ik te stellen dat deze ontwikkeling de productie van neurotransmitters die ons geluksgevoel beïnvloeden volledig zal veranderen.

We moeten de mensgerichte benadering terugbrengen

Ik denk dat VR en AR ons het meeste perspectief bieden en disruptieve technologieën zijn. Het idee dat we deze technologieën kunnen gebruiken om ons empathisch vermogen te trainen, te vergroten en weer in te voeren, is buitengewoon opwindend. De technologieën elimineren niet alleen de vooroordelen die wij onbewust hebben, maar zijn ook een stimulans voor zorgprofessionals om vragen te stellen en eerst trachten de patiënt te begrijpen. Doen we dat niet, dan blijft het een vanuit de arts beleefde ervaring. Ik omschrijf patiëntgerichte zorg vaak als een oxymoron, omdat patiënten, zoals artsen dat zeggen, mensen zijn en mensen hebben levens die verder reiken dan de spreekkamer van de arts. Wanneer we een mensgerichte benadering willen, moeten we de mens die wij proberen te helpen het middelpunt van het gesprek maken. Empathie moet weer onderdeel worden van de intermenselijke relatie tussen zorgverlener en zorgvrager.

 

Dr. John Mattison

John Mattison werd in 1992 aangesteld als Assistant Medical Director en Chief Medical Information Officer (CMIO) bij Kaiser Permanente. Kaiser Permanente is de grootste non-profit zorgorganisatie in de Verenigde Staten, met 43 ziekenhuizen en 19.000 artsen. De organisatie is op nationaal niveau koploper op het gebied van (poli)klinische systemen en baanbrekend op het gebied van preventie en geïndividualiseerde zorg. Zo heeft Kaiser Permanente in het afgelopen jaar 10,5 miljoen consulten via e-mail, telefoon of beeld uitgevoerd.